Blok 5 - PHP en JS (DOM)


PHP 2

1 Foutafhandeling en Basis Debugging in PHP

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

📌 Soorten fouten in PHP

⚙️ Foutmeldingen tonen of verbergen

<?php
// Toon alle fouten
ini_set("display_errors", 1);
error_reporting(E_ALL);
?>

⚠️ Op een live website wil je foutmeldingen verbergen voor gebruikers. Gebruik dan:

ini_set("display_errors", 0);

🔍 Veelgebruikte foutafhandelingstechnieken

🛠️ Debuggen zonder debugger

🛠️ Opdracht 1 – Debugging oefenen

  1. Maak een PHP-bestand genaamd korting.php met deze functie:
    <?php
    function berekenKorting($prijs, $korting) {
        return $prijs - $prijs * $korting / 100;
    }
    echo berekenKorting(100); // Fout! Tweede parameter ontbreekt
    ?>
  2. Voeg foutmeldingen toe via error_reporting() zodat je de waarschuwing ziet.
  3. Gebruik isset() en empty() om de fout af te vangen.
  4. Test wat er gebeurt als je een variabele gebruikt die niet bestaat.
  5. Gebruik var_dump() en echo om te zien wat je fout doet.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

2 Bestanden en Loggen

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

📁 Waarom bestanden gebruiken?

Bestanden kunnen handig zijn voor eenvoudige opslag zoals instellingen, bezoekerslogs of tijdelijke data. In kleine projecten is dit vaak eenvoudiger dan een database.

📄 Bestandsfuncties in PHP

🗒️ Loggen: fouten en gebeurtenissen bijhouden

Een logbestand houdt bij wat er gebeurt in een script. Bijvoorbeeld foutmeldingen of bezoekersactiviteit.

Voorbeeld – logregel opslaan:

<?php
$melding = "[" . date("Y-m-d H:i:s") . "] Foutmelding\n";
file_put_contents("error.log", $melding, FILE_APPEND);
?>

FILE_APPEND zorgt dat de nieuwe regel onderaan toegevoegd wordt in plaats van het bestand te overschrijven.

🛠️ Opdracht 1 – bezoekersteller.php

  1. Maak een nieuw bestand bezoekersteller.php.
  2. Laat het script een teller bijhouden in teller.txt:
    • Bestaat het bestand nog niet? Begin bij 1.
    • Zo niet? Lees het getal in, verhoog met 1, en schrijf het terug.
  3. Toon het aantal bezoeken op het scherm.

🛠️ Opdracht 2 – gastenboek.php (uitbreiding)

  1. Maak een script waarin een gebruiker een bericht kan achterlaten via een formulier.
  2. Sla elk bericht op in gastenboek.txt met datum/tijd.
  3. Toon de laatste 5 berichten boven het formulier.
  4. Gebruik htmlspecialchars() om invoer veilig weer te geven.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

3 Geavanceerde Functies, Abstractie en Modulaire Code

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🔁 Waarom functies gebruiken?

🎩 Abstractie: de details verbergen

Een functie kan iets ingewikkelds doen, zonder dat je telkens opnieuw de details hoeft te schrijven.

function berekenKorting($bedrag, $percentage) {
    return $bedrag - ($bedrag * $percentage / 100);
}
echo berekenKorting(100, 10); // → 90

Je hoeft niet telkens opnieuw de hele berekening te typen. De functie “verbergt” die logica.

📦 Variable scope (bereik van een variabele)

$x = 5;

function testScope() {
    $x = 10;
    echo $x; // Toont 10, NIET 5
}
testScope();
echo $x; // Toont nog steeds 5

🧩 Modulaire code met include()

Je kunt functies in een apart bestand zetten, bijvoorbeeld utils.php, en die inladen in andere bestanden.

// Bestand: utils.php
function toonWelkomstbericht($naam) {
    echo "<p>Welkom, $naam!</p>";
}
// Bestand: index.php
include("utils.php");
toonWelkomstbericht("Ali");

Je kunt ook meerdere functies in één bestand zetten, zoals:

🛠️ Opdracht – utils.php gebruiken

  1. Maak een nieuw bestand utils.php en schrijf daarin minstens 3 functies:
    • formatteerBedrag($bedrag) → toont bijv. "€ 12,50"
    • valideerInvoer($waarde) → controleert of de waarde niet leeg is
    • toonWelkomstbericht($naam) → toont HTML met de naam
  2. Maak een ander bestand test_utils.php waarin je include("utils.php") gebruikt en de functies test.
  3. Gebruik echo, print_r() en var_dump() om het resultaat van de functies te tonen.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

4 Form Validatie en Beveiliging

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

📨 Waarom valideren?

Gebruikers maken fouten. Hackers doen het expres. Daarom controleer je altijd of een formulier goed is ingevuld voordat je ermee werkt.

🔐 Veelvoorkomende gevaren

🧰 Handige functies voor validatie

<?php
if ($_SERVER["REQUEST_METHOD"] === "POST") {
    $naam = trim($_POST["naam"]);
    if (empty($naam)) {
        echo "Vul je naam in.";
    } else {
        echo "Welkom, " . htmlspecialchars($naam);
    }
}
?>

📋 Simpel formulier

<form method="post">
  <input type="text" name="naam" placeholder="Je naam">
  <input type="submit" value="Verstuur">
</form>

🛠️ Opdracht 1 – formulier_validatie.php

  1. Maak een PHP-bestand met een formulier waarin je de gebruiker vraagt om:
    • Naam
    • Leeftijd
    • Bericht
  2. Controleer of alle velden zijn ingevuld. Toon een foutmelding als iets ontbreekt.
  3. Gebruik htmlspecialchars() om het bericht veilig weer te geven.
  4. Gebruik is_numeric() om te controleren of de leeftijd een getal is.

Extra (optioneel)

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

5 Superglobals en Associatieve Arrays

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🌍 Wat zijn superglobals?

Superglobals zijn ingebouwde variabelen in PHP die overal beschikbaar zijn. Je gebruikt ze bijvoorbeeld om gegevens uit een formulier op te halen.

🔑 Associatieve arrays

Een associatieve array is een array met 'sleutels' in plaats van indexnummers:

$persoon = [
    "naam" => "Ali",
    "leeftijd" => 19,
    "email" => "ali@example.com"
];
echo $persoon["naam"]; // Toont: Ali

Formulieren leveren ook associatieve arrays op via $_POST:

echo $_POST["naam"];

🛠️ Opdracht 1 – formulier_superglobals.php

  1. Maak een formulier met de volgende velden:
    • Naam
    • E-mail
    • Bericht
  2. Verwerk de invoer met $_POST en sla de gegevens op in een associatieve array:
    $data = [
      "naam" => $_POST["naam"],
      "email" => $_POST["email"],
      "bericht" => $_POST["bericht"]
    ];
  3. Toon de waarden netjes op het scherm met htmlspecialchars().
  4. Gebruik eventueel print_r($data) om de hele array te tonen voor debugging.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

6 Sessies en Cookies

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🧠 Wat is een sessie?

Een sessie is een manier om informatie te onthouden zolang een gebruiker actief is op de website. Bijvoorbeeld: je logt in en blijft ingelogd op alle pagina’s.

Een sessie start je met:

<?php
session_start();
$_SESSION["naam"] = "Ali";
echo $_SESSION["naam"];
?>

Je kunt sessiegegevens gebruiken zolang de browser open is (of tot je ze verwijdert met session_destroy()).

🍪 Wat is een cookie?

📌 Verschillen tussen sessies en cookies

Kenmerk Sessie Cookie
Opslaglocatie Server Browser van gebruiker
Levensduur Tijdelijk (tot de browser sluit of je het wist) In te stellen (bijv. 1 uur, 30 dagen)
Toepassing Ingelogde gebruiker, winkelmandje Voorkeuren, laatst bezochte pagina
  1. Maak een pagina waar de gebruiker zijn naam kan invoeren via een formulier.
  2. Na verzenden:
    • Sla de naam op in een sessie én in een cookie (1 uur).
    • Toon op de pagina: “Welkom terug, [naam]!” als de gebruiker opnieuw langskomt.
  3. Laat ook zien wat er gebeurt als de gebruiker het formulier overslaat.
  4. Gebruik session_start() bovenaan het script.

Extra (optioneel)

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

7 State en Bestandgebaseerde 'Database'

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🧠 Wat is ‘state’?

Een webpagina ‘vergeet’ wat er net gebeurd is zodra je hem ververst. Daarom moet je zelf bijhouden wat de toestand (state) is van je applicatie.

Je kunt dat doen met sessies, cookies of door gegevens op te slaan in een bestand of database.

📁 Bestanden als ‘mini-database’

In plaats van een echte database zoals MySQL, kun je voor simpele toepassingen gegevens bewaren in een tekstbestand.

Bijvoorbeeld: als iemand een bericht achterlaat in een formulier, voeg je dat toe aan data.txt.

📝 Structuur

// Voeg toe aan tekstbestand
$bericht = htmlspecialchars($_POST["bericht"]);
file_put_contents("data.txt", $bericht . "\n", FILE_APPEND);

// Lees het bestand
$inhoud = file("data.txt");
foreach ($inhoud as $regel) {
    echo "<p>" . trim($regel) . "</p>";
}

🛠️ Opdracht 1 – gastenboek_met_bestand.php

  1. Maak een formulier waarin iemand een naam en een bericht kan achterlaten.
  2. Als de gebruiker op "Verstuur" klikt:
    • Sla het bericht op in een bestand gastenboek.txt.
    • Voeg ook datum/tijd toe met date().
  3. Toon de laatste 5 berichten onder het formulier.
  4. Zorg dat de HTML veilig blijft via htmlspecialchars().

Extra (optioneel)

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

8 Inleiding tot PHP Include-logica en Templatebestanden

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🧱 Waarom opdelen in componenten?

Als je meerdere pagina’s hebt met dezelfde header of footer, is het onhandig om die steeds te kopiëren. Daarom gebruik je include() of require() om ze in te laden.

<?php include 'header.php'; ?>

<h1>Welkom op de homepage</h1>

<?php include 'footer.php'; ?>

🔁 Verschil tussen include en require

📄 Voorbeeldstructuur

🛠️ Opdracht 1 – templatestructuur

  1. Maak drie bestanden:
    • header.php: bevat een <header> met de titel van je site en een eenvoudige navigatie (bijv. naar home en contact).
    • footer.php: bevat een <footer> met een copyrightregel.
    • index.php: bevat de pagina-inhoud en gebruikt include() om de header en footer in te laden.
  2. Zorg dat alles er netjes uitziet (je mag CSS toevoegen).
  3. Test wat er gebeurt als je include("footer.php") verandert in require("footer.php") en het bestand bestaat niet.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

9 Validatie en Veiligheid bij Formulieren

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Waarom valideren?

Gebruikers kunnen fouten maken (of expres verkeerde dingen invullen). Als je invoer niet controleert, kan dat leiden tot bugs of zelfs beveiligingsproblemen.

Soorten validatie

Veiligheid: wat kan er misgaan?

Voorbeeld inputcontrole

<?php
$naam = "";
$fout = "";

if ($_SERVER["REQUEST_METHOD"] == "POST") {
  if (empty($_POST["naam"])) {
    $fout = "Naam is verplicht!";
  } else {
    $naam = htmlspecialchars($_POST["naam"]);
  }
}
?>

<form method="post">
  Naam: <input type="text" name="naam">
  <input type="submit" value="Verstuur">
</form>

<?php
if ($fout) {
  echo "<p style='color:red;'>$fout</p>";
} else if ($naam) {
  echo "<p>Welkom $naam</p>";
}
?>

🛠️ Opdracht 1 – formuliercontrole

  1. Maak een formulier met de volgende velden:
    • Naam (verplicht)
    • Email (verplicht, geldig e-mailadres)
    • Bericht (optioneel, max. 200 tekens)
  2. Controleer de invoer met PHP:
    • Laat foutmeldingen zien als iets ontbreekt of fout is.
    • Gebruik filter_var() om het e-mailadres te controleren.
    • Gebruik htmlspecialchars() om veilige output te tonen.
  3. Toon een nette samenvatting van de ingevulde gegevens als alles goed is.

Extra (optioneel)

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

Database 1

1 Wat is een database?

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

In het dagelijks leven slaan organisaties gegevens op: over klanten, producten, studenten, boeken, etc. Een database is een digitale plek waar zulke gegevens netjes georganiseerd worden bewaard. Je verdeelt de informatie over verschillende tabellen, waarbij elke tabel over één onderwerp gaat, zoals:

Een database lijkt een beetje op een Excel-bestand, maar is veel krachtiger en beter gestructureerd. Je wilt geen dubbele gegevens en alles moet logisch met elkaar verbonden zijn.

Voorbeeld: Dit is géén goede database:

Naam         | Klas         | Opleiding
------------ | ------------ | -----------------
Fatima       | SD1A         | Software Developer
Ali          | SD1A         | Software Developer
Robin        | SD2B         | Software Developer
Jente        | SD1A         | Software Developer
Steven       | SD1A         | Recht & HR

→ Hier zie je dat de opleiding meerdere keren herhaald wordt. Dat is zonde en foutgevoelig.

🔧 Wat zou beter zijn?

Je zou in plaats daarvan een aparte tabel 'Studenten' maken en een aparte tabel 'Opleidingen'. Studenten krijgen dan een verwijzing naar hun opleiding (dat komt in de volgende lessen aan bod).

🛠️ Opdracht 1 – Gegevens analyseren

  1. Bekijk onderstaande lijst met gegevens:
Naam: Esra  
Klas: SD1A  
Opleiding: Software Developer  
Docent: De Jong  
Vak: Webontwikkeling  
Lesdag: Woensdag  
  1. Welke verschillende onderwerpen zie je hierin? Probeer per onderwerp de eigenschappen op te schrijven.
    • Student: naam, klas
    • ... (jij vult aan)
  2. Zet je antwoorden in een tabelvorm: welke tabellen zou je nodig hebben? Welke kolommen zouden erin staan?

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

2 Entiteiten en Attributen

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

📦 Entiteit

In de vorige opdracht heb je 'onderwerpen' en 'eigenschappen' bepaald, weet je het nog? Een onderwerp was 'student' en een eigenschap was 'naam' en 'klas'.

Bij het ontwerpen van een database heet een onderwerp een 'entiteit', en een eigenschap is een 'attribuut'

Een entiteit is een "ding", "persoon" of "gebeurtenis" in de echte wereld waarover je gegevens wilt opslaan.

Bijvoorbeeld:

🔖 Attribuut

Een attribuut is een eigenschap van een entiteit. Bijvoorbeeld:

🧩 ERD

Een entiteit met de attributen zet je in een bepaald formaat in een database ontwerp. Dat heet een ERD.

Op de eerste regel staat de naam van de entiteit en in de middelste kolom zet je alle attributen.

Voorbeeld:

image.png

👉 In een ERD (Entity Relationship Diagram) teken je entiteiten als rechthoeken en attributen als ovale of gelabelde velden ernaast.

In een ERD heb je drie kolommen
de eerste voor de keys, de tweede voor de attribuutnamen en de derde voor de datatypes

🛠️ Opdracht 1 – Entiteiten en attributen

  1. Je werkt voor een evenementenbureau. Zij willen bijhouden:
    • Welke klanten boekingen doen
    • Welke evenementen er zijn
    • Welke locaties beschikbaar zijn
  2. Maak een lijstje van minstens 3 entiteiten uit deze situatie. Bijvoorbeeld:
    • Klant
    • ...
    • ...
  3. Geef per entiteit minstens 3 bijpassende attributen. Bijv.:
    • Klant → voornaam, e-mailadres, ...
    • Locatie → naam, .....
  4. Teken jouw eerste ERD in Lucidchart.

Lucichart

Registreer je voor Lucichart en maak een gratis account.

Kies toevoegen library

image.png

Zoek naar ERD en selecteer "Entity Relationship"

image.png

Gebruik vervolgens dit figuur om een entiteit te maken.

image.png

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

3 Primary Keys

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🔑 Wat is een Primary Key (PK)?

Een primary key is een uniek gegeven waarmee je één rij uit een tabel kunt identificeren. Elke tabel in een database moet een primary key hebben.

Regel: Elke entiteit heeft precies één PK. Heb je meerdere opties? Kies er één. Heb je geen goede kandidaat? Gebruik dan een kunstmatige sleutel, zoals een id.

Voorbeelden:

Een primary key moet:

Als je later tabellen met elkaar verbindt, gebruik je de PK om een verbinding te maken van de ene entiteit naar de andere entiteit.

🧩 Voorbeeld van een ERD met PK

image.png

🛠️ Opdracht 1 – Kies je primary keys

  1. Gebruik het ERD van de vorige opdracht met de entiteiten: evenement, klant en locatie.
  2. Voeg aan elke entiteit een geschikte primary key toe. Kies daarbij een bestaand aatribuut of voeg zelf een sleutel toe.
  3. Zet in de eerste kolom van je ERD de letters PK om aan te geven dat deze regel de PK bevat.
  4. Controleer: is jouw PK echt uniek en onveranderlijk?

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

4 1:N-relaties en Foreign Keys

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🔗 Wat is een 1:N-relatie?

Bij een één-op-veel-relatie (1:N) hoort bij één rij in de ene tabel, meerdere rijen in de andere tabel.

Bijvoorbeeld:

De “meer”-kant krijgt de foreign key (FK). De FK is een kopie van de primary key (PK) van de andere tabel.

📏 De regel: Meer = harkje = FK

🧩 Voorbeeld

Een klant kan veel boekingen hebben (andersom kan niet!). Dus het harkje komt aan de kant van de boeking.

Bij elk harkje hoort een FK die verwijst naar de PK van de entiteit waarmee die is gekoppeld. In dit geval dus klantnummer.

image.png

👉 Het klantnummer in boeking is een foreign key die verwijst naar klant.

🛠️ Opdracht 1 – Relaties en foreign keys

  1. Gebruik het ERD van de vorige opdracht met de entiteiten: evenement, klant en locatie.
  2. Bepaal de veel kant van klant en evenement (evenement zou een concert kunnen zijn).
  3. Bepaal de veel kant van evenement en locatie
  4. Teken de entiteiten en de relaties. Zet de harkjes aan de juiste kant.
  5. Voeg foreign keys toe (FK's) en plaats in de eerste kolom een FK bij elke Foreign key.

📤 Inleveren

5 Datatypes en Validatie

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

📦 Wat is een datatype?

Een datatype bepaalt welk soort informatie je in een kolom/tabel opslaat. Het zorgt ervoor dat je database weet hoe de data eruitziet en wat ermee mag gebeuren.

Niet alle data-typen zijn even snel als je ze in een database gebruikt. Als je één van de volgende veelgebruikte datatypes gebruikt dan zit je meestal goed. Wil je andere gebruiken zoek dan goed uit wat de nadelen zijn.

📚 Veelgebruikte datatypes:

Datatype Gebruik Voorbeeld
INT Voor hele getallen (bijv. ID’s, aantallen) 5, 142
VARCHAR(50) Voor tekst tot X karakters 'Jan', 'email@example.com'
DATE Voor datums zonder tijd '2025-06-06'
DATETIME Voor datum én tijd '2025-06-06 14:30:00'
DECIMAL(6,2) Voor getallen met komma (bijv. prijs) 12.99, 9999.00

🧩 Voorbeeld

image.png

🎯 Tips voor goede keuzes:

🛠️ Opdracht 1 – Pas je datatypes aan

  1. Gebruik het ERD van de vorige opdracht met de entiteiten: evenement, klant en locatie.
  2. Voeg de volgende attributen toe:
    • evenement -> toegangsprijs, aanvangt datum en tijd
  3. Kies voor elk attribuut een passend datatype uit de tabel hierboven.
  4. Schrijf de datatypes in de derde kolom van de ERD's..
  5. Gebruik minimaal 3 verschillende soorten datatypes; je mag er zelf attributen bij bedenken.

📤 Inleveren

6 Case – Modelleer een realistisch scenario

🎯 Leerdoelen

Herhaling, de 5 basisregels

  1. Een entiteit is een persoon, ding of gebeurtenis. Een getal of bedrag (bijvoorbeeld gewicht) is nooit een entiteit, maar altijd een attribuut (=eigenschap) van een entiteit.
  2. Elke entiteit heeft precies één PK (primary key). De primary key maakt de entiteit uniek (bijvoorbeeld kenteken van een auto).
  3. Entiteiten hebben de volgende relaties 1:1, 1:N, N:1 of N:M.
    • 1:1 relaties bestaan bijna niet, als ze voorkomen dan kun je de relaties samenvoegen.
    • 1:N en N:1 is eigenlijk hetzelfde en komen het meest voor.
  4. Een 1:N relatie verbind je met een lijntje met een 'harkje'. Het lijntje staat aan de 1-kant en het 'harkje' staat aan de meer-kant.
  5. Bij elk 'harkje' hoort precies één FK. De FK verwijst naar de PK van de table waarmee deze is verbonden.

💡 Uitleg

Tot nu toe heb je geleerd wat entiteiten, attributen, PK’s, FK’s, datatypes en 1:N-relaties zijn. Nu pas je alles toe op een echte situatie.

📘 Scenario: Fietsenmaker Snelle Jelle

Fietsenmaker Snelle Jelle wil na een reparatiebeurt zijn klanten per SMS of Whatspapp op de hoogte stellen dat de reparatie klaar is. In dit bericht wil hij ook vertellen hoe hoog de reparatiekosten zijn.

Omdat de veel klanten meer dan één fiets hebben, wil hij van de fietsen ook wat kenmerken vastleggen. Hij wil het merk, model, type en kleur kunnen vastleggen. 

Van elke reparatiebeurt wil hij verder vastleggen wanneer het onderhoud plaatsvond, hoe lang de reparatie duurde, wat er is uitgevoerd en de prijs.

📋 Je hebt de volgende entiteiten

🛠️ Opdracht – Maak het ERD

  1. Bepaal per entiteit eerst alle attributen, lees daarvoor goed het scenario door!
  2. Teken de drie entiteiten in Lucichart
  3. Zet alle attributen in de entiteiten
  4. Bepaal de Primary Key (PK).
  5. Bepaal de data-types.
  6. Bedenk wat de relaties zijn en teken die met het hartje aan de goede kant.
  7. Bepaal de Foreign Key (FK)

📤 Inleveren

7 Meerdere relaties en N:N

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

🔁 Wat is een N:N-relatie?

Een veel-op-veel (N:N) relatie komt voor wanneer meerdere records uit entiteit A gekoppeld kunnen zijn aan meerdere records uit entiteit B.

Voorbeeld: Studenten kunnen zich inschrijven voor meerdere vakken. Elk vak kan meerdere studenten hebben.

📐 Hoe modelleer je dit?

Je maakt een extra tabel tussen de twee entiteiten. Deze bevat alleen de foreign keys van beide kanten.


Student         ← FK → Inschrijving ← FK → Vak

De tussentabel bevat meestal ook extra informatie, zoals de inschrijfdatum of het cijfer.

📌 Meerdere relaties op één entiteit?

Soms is een entiteit aan meerdere andere entiteiten verbonden.

Voorbeeld: Een medewerker werkt in een afdeling, maar ook aan meerdere projecten.

Gebruik verschillende relaties als het logisch is dat een entiteit meerdere rollen vervult.

🛠️ Opdracht – N:N-model

  1. Maak een ERD voor dit scenario:
    Een muziekschool organiseert lessen. Leerlingen kunnen zich inschrijven op meerdere lessen. Elke les wordt gevolgd door meerdere leerlingen.
  2. Modelleer de juiste entiteiten, attributen, PK’s, FK’s en datatypes.
  3. Voeg een tussentabel toe om de N:N-relatie correct te verwerken.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

--

JS - (DOM)

1 Elementen ophalen en aanpassen

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

De DOM (Document Object Model) is de structuur van je HTML-document zoals de browser die begrijpt. Met JavaScript kun je deze structuur lezen en aanpassen.

Voorbeeld – een paragraaf veranderen:

<p id="mijnParagraaf">Oude tekst</p>
<script>
  const p = document.getElementById("mijnParagraaf");
  p.textContent = "Nieuwe tekst!";
  p.style.color = "blue";
</script>

🛠️ Opdracht – Tekst aanpassen

  1. Maak een nieuw bestand aan met de naam dom1.html.
  2. Maak hierin een kopje, een paragraaf met een id, en een knop.
  3. Als je op de knop klikt, moet de tekst in de paragraaf veranderen naar iets anders (bijv. “Hallo wereld!”).

Gebruik bijvoorbeeld:

document.getElementById("knop").addEventListener("click", function() {
  document.getElementById("mijnParagraaf").textContent = "Hallo wereld!";
});

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

2 Meerdere elementen aanpakken

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Als je meerdere elementen tegelijk wilt aanpakken (zoals alle <p>-elementen of alle knoppen), gebruik je querySelectorAll. Dit geeft je een lijst (een zogenaamde “NodeList”) van alle elementen die matchen.

Met forEach kun je vervolgens over deze lijst heen lopen en elk element iets laten doen:

<p>Item 1</p>
<p>Item 2</p>
<p>Item 3</p>

<script>
  const alleP = document.querySelectorAll("p");
  alleP.forEach(function(p) {
    p.style.color = "green";
  });
</script>

Je kunt ook classes toevoegen of weghalen met classList:

p.classList.add("actief");
p.classList.remove("verborgen");
p.classList.toggle("geselecteerd");

🛠️ Opdracht – items markeren

  1. Maak een bestand dom2.html.
  2. Maak een lijst van minimaal 5 <p>-elementen met een class item.
  3. Maak een knop met de tekst “Markeer alles”.
  4. Wanneer je op de knop klikt, moeten alle <p class="item"> elementen de class actief krijgen.

Gebruik bijvoorbeeld:

document.getElementById("knop").addEventListener("click", function() {
  document.querySelectorAll(".item").forEach(function(el) {
    el.classList.add("actief");
  });
});

Stijl de class actief in je <style> met bijvoorbeeld een achtergrondkleur of rand.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

3 Interactie met knoppen en events

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Een event is iets wat gebeurt in de browser: een klik, het bewegen van de muis, een toets indrukken…

Met addEventListener kun je zeggen: “Als dit gebeurt, doe dan dat.”

const knop = document.getElementById("klikMij");
knop.addEventListener("click", function() {
  alert("Je klikte op de knop!");
});

Ook andere events zijn mogelijk, zoals mouseover, mouseout, keydown enzovoort.

Je kunt ook meerdere elementen selecteren en daar een event aan koppelen:

document.querySelectorAll(".kleurvak").forEach(function(el) {
  el.addEventListener("mouseover", function() {
    el.style.backgroundColor = "yellow";
  });
});

🛠️ Opdracht – Events in actie

  1. Maak een nieuw HTML-bestand dom3.html.
  2. Voeg 5 divjes toe met de class kleurvak, elk met een vaste afmeting en een andere begin-kleur.
  3. Als je met de muis over een vakje gaat, verandert de achtergrondkleur in geel.
  4. Als je erop klikt, moet de tekst in het vakje veranderen naar “Geklikt!”.

Gebruik zowel mouseover als click events.

Voorbeeld CSS:

.kleurvak {
  width: 100px;
  height: 100px;
  display: inline-block;
  margin: 10px;
  text-align: center;
  line-height: 100px;
  background-color: lightblue;
}

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

4 Elementen toevoegen met JavaScript

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Je kunt nieuwe HTML-elementen maken en ze toevoegen aan je pagina met JavaScript. Dit is handig als je bijvoorbeeld automatisch lijstjes wilt uitbreiden of reacties wilt tonen.

const nieuwElement = document.createElement("p");
nieuwElement.textContent = "Hallo, ik ben nieuw!";
document.body.appendChild(nieuwElement);

Je kunt ook iets maken op basis van wat de gebruiker invoert:

<input type="text" id="tekstvak">
<button id="voegToe">Voeg toe</button>
<div id="resultaat"></div>

<script>
  document.getElementById("voegToe").addEventListener("click", function() {
    const invoer = document.getElementById("tekstvak").value;
    const nieuwP = document.createElement("p");
    nieuwP.textContent = invoer;
    document.getElementById("resultaat").appendChild(nieuwP);
  });
</script>

🛠️ Opdracht – Invoer toevoegen

  1. Maak een bestand dom4.html.
  2. Voeg een invoerveld toe waarin de gebruiker een hobby, film of favoriet eten kan typen.
  3. Voeg een knop toe met de tekst “Toevoegen”.
  4. Telkens wanneer je klikt, moet er een nieuw <p>-element met de ingevoerde tekst verschijnen onder een lijstdiv.

Bonus: Als je het leuk vindt, laat de invoervelden na het klikken automatisch leeglopen.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

5 Elementen verwijderen of aanpassen via event.target

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Als een event plaatsvindt (zoals een klik), kun je met event.target achterhalen welk element precies geklikt is.

Voorbeeld – klikbare lijst waarin een item verdwijnt:

<ul id="lijst">
  <li>Appel</li>
  <li>Banaan</li>
  <li>Peer</li>
</ul>

<script>
  document.querySelectorAll("#lijst li").forEach(function(item) {
    item.addEventListener("click", function(event) {
      event.target.remove();
    });
  });
</script>

Of met this als shorthand:

item.addEventListener("click", function() {
  this.remove();
});

🛠️ Opdracht – Klik en verwijder

  1. Maak een bestand dom5.html.
  2. Voeg een lijst toe (bijv. <ul>) met minstens 5 items (bijv. films, dieren of snacks).
  3. Schrijf JavaScript die ervoor zorgt dat je een item uit de lijst verwijdert zodra je erop klikt.
  4. Bonus: Toon boven de lijst hoeveel items er nog over zijn.

Gebruik event.target.remove() of this.remove() binnen je event handler.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

6 Klassennamen wisselen met classList.toggle

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Met classList kun je een class toevoegen, verwijderen of omwisselen (“toggelen”). Dit is handig om styling of gedrag van elementen aan te passen wanneer de gebruiker iets doet.

Bijvoorbeeld: klik op een element om het te markeren:

<ul id="taken">
  <li>Boodschappen doen</li>
  <li>Afwassen</li>
  <li>Hond uitlaten</li>
</ul>

<style>
  .afgevinkt {
    text-decoration: line-through;
    color: grey;
  }
</style>

<script>
  document.querySelectorAll("#taken li").forEach(function(taak) {
    taak.addEventListener("click", function() {
      this.classList.toggle("afgevinkt");
    });
  });
</script>

🛠️ Opdracht – Actieve selectie

  1. Maak een bestand dom6.html.
  2. Maak een lijst (bijv. favoriete games, liedjes, sporters).
  3. Als je op een item klikt, moet de class geselecteerd worden toegevoegd of verwijderd.
  4. Stijl de class geselecteerd in CSS met bijvoorbeeld een andere kleur en achtergrond.

Voorbeeld CSS:

.geselecteerd {
  background-color: lightgreen;
  font-weight: bold;
}

Gebruik element.classList.toggle("geselecteerd") bij het klikken.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

7 Formulieren en invoer met JavaScript

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Formulieren worden normaal automatisch verstuurd en de pagina ververst dan. Maar in JavaScript kun je het formulier ook “afhandelen” zonder te verversen.

Voorbeeldformulier:

<form id="mijnForm">
  <input type="text" id="naam" placeholder="Typ je naam">
  <button type="submit">Verstuur</button>
</form>

<div id="resultaat"></div>

<script>
  document.getElementById("mijnForm").addEventListener("submit", function(e) {
    e.preventDefault(); // voorkomt verversen
    const naam = document.getElementById("naam").value;
    document.getElementById("resultaat").textContent = "Hallo " + naam + "!";
  });
</script>

🛠️ Opdracht – Formulier verwerken

  1. Maak een bestand dom7.html.
  2. Voeg een formulier toe met een tekstveld voor een bericht en een verstuurknop.
  3. Laat het formulier bij klikken niet verversen.
  4. Laat het ingevoerde bericht onder het formulier verschijnen in een <p>-element.
  5. Bonus: Voeg meerdere berichten toe (zoals een eenvoudige chat).

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

8 Eindopdracht – Interactieve DOM-app

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

In deze les ontwerp je zelf een kleine interactieve DOM-app. Kies zelf of je een todo-lijst, een stemtool, een chatbox, of een quiz maakt. Je past de technieken toe uit lessen 1 t/m 7.

Mogelijke voorbeelden:

Gebruik minimaal deze onderdelen:

🛠️ Opdracht – Kies en bouw jouw mini-app

  1. Maak een bestand dom8.html.
  2. Bedenk welk klein DOM-projectje je maakt (todo, quiz, poll of iets anders).
  3. Werk stap voor stap: begin met HTML, voeg daarna JavaScript toe.
  4. Gebruik de technieken uit de vorige lessen.
  5. Stijl het geheel met CSS zodat het overzichtelijk is.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

JS - (DOM) - Extra

💾 Gegevens bewaren met localStorage

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

localStorage is een opslagruimte in de browser. Alles wat je daarin zet, blijft bewaard – ook als je de pagina sluit of opnieuw opent.

Je gebruikt het bijvoorbeeld zo:

// Iets opslaan
localStorage.setItem("naam", "Ali");

// Iets ophalen
const naam = localStorage.getItem("naam");

// Iets verwijderen
localStorage.removeItem("naam");

Let op: je kunt alleen strings opslaan. Wil je een lijst opslaan? Gebruik dan JSON.stringify() en JSON.parse():

const lijst = ["bananen", "appels"];
localStorage.setItem("boodschappen", JSON.stringify(lijst));

const terug = JSON.parse(localStorage.getItem("boodschappen"));
console.log(terug); // ["bananen", "appels"]

🛠️ Opdracht – Opslaan wat je invult

  1. Maak een bestand dom9.html.
  2. Maak een invoerveld waar de gebruiker een hobby, taak of naam kan invullen.
  3. Als de gebruiker iets toevoegt, verschijnt het in een lijst op de pagina.
  4. De lijst moet bewaard blijven via localStorage zodat deze zichtbaar blijft bij herladen.
  5. Bonus: Voeg een knop toe om alles te wissen (via localStorage.clear()).

Tips:

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

🌐 Gegevens ophalen met fetch()

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Met fetch() kun je gegevens ophalen van een externe bron zoals een API. Vaak krijg je dan JSON-data terug: een soort tekstversie van een JavaScript-object of array.

Een voorbeeld:

fetch("https://jsonplaceholder.typicode.com/users")
  .then(response => response.json())
  .then(data => {
    console.log(data); // Hier kun je nu iets mee doen
  });

Je kunt daarna bijvoorbeeld een lijst maken van namen:

fetch("https://jsonplaceholder.typicode.com/users")
  .then(res => res.json())
  .then(users => {
    users.forEach(user => {
      const p = document.createElement("p");
      p.textContent = user.name;
      document.body.appendChild(p);
    });
  });

🛠️ Opdracht – Externe gebruikerslijst

  1. Maak een bestand dom10.html.
  2. Haal gegevens op van https://jsonplaceholder.typicode.com/users.
  3. Laat van elke gebruiker de naam en e-mailadres zien in de browser.
  4. Maak van elke gebruiker een eigen <div> of <li>.
  5. Bonus: laat de gegevens pas zien als je op een knop “Laad gebruikers” hebt geklikt.

Extra uitdaging:

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

🔍 Lijsten filteren op basis van invoer

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Je kunt met JavaScript elementen tonen of verbergen op basis van wat de gebruiker intypt.

Voorbeeld – een zoekveld dat een lijst filtert:

<input type="text" id="zoekveld" placeholder="Zoek een dier...">

<ul id="dierenlijst">
  <li>Hond</li>
  <li>Kat</li>
  <li>Papegaai</li>
  <li>Vogelbekdier</li>
</ul>

<script>
  const zoekveld = document.getElementById("zoekveld");
  const items = document.querySelectorAll("#dierenlijst li");

  zoekveld.addEventListener("input", function() {
    const tekst = zoekveld.value.toLowerCase();
    items.forEach(function(item) {
      const inhoud = item.textContent.toLowerCase();
      item.style.display = inhoud.includes(tekst) ? "list-item" : "none";
    });
  });
</script>

🛠️ Opdracht – Live filter maken

  1. Maak een bestand dom11.html.
  2. Voeg een lijst toe met minstens 10 items (bijv. landen, games, fruitsoorten).
  3. Voeg een zoekveld toe boven de lijst.
  4. Laat de lijst automatisch filteren terwijl je typt.
  5. Bonus: maak de zoekopdracht hoofdletterongevoelig en toon “Geen resultaten gevonden” als niets matcht.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren

Java Script Challenge

🎯 DOM Challenge – Interactieve Boekenkast

🎯 Leerdoelen

💡 Uitleg

Je werkt bij een uitgeverij. Ze willen een interactieve webpagina waarop bezoekers hun favoriete boeken kunnen opslaan, bekijken en beheren. Jij gaat een kleine webapp bouwen waarin gebruikers boeken kunnen toevoegen, bekijken, afvinken als gelezen, verwijderen en zoeken.

Mogelijkheden van je webapp:

🛠️ Opdracht – Bouw je eigen boekenkast

  1. Maak een nieuw HTML-bestand met de naam boekenkast.html.
  2. Voeg een invoerformulier toe met velden voor titel en schrijver, en een knop “Voeg toe”.
  3. Laat de boeken verschijnen in een lijst. Elke rij bevat:
    • De titel en schrijver
    • Een knop “✔ gelezen” (toggle class gelezen)
    • Een knop “🗑 verwijder”
  4. Gebruik localStorage om de lijst te bewaren en opnieuw te laden bij het openen van de pagina.
  5. Voeg bovenaan een zoekveld toe waarmee de gebruiker live kan filteren op titel of schrijver.

Bonus: voeg een knop toe om alles te wissen (met localStorage.clear()).

🗓️ Planning maken

Maak vóórdat je begint een planning. Zet hierin:

Voorbeeld

| Onderdeel                  | Tijd | Status |
|---------------------------|------|--------|
| HTML structuur            | 20m  |        |
| JS: boeken toevoegen      | 30m  |        |
| .....                     | .... |        |
| ......                    | .... |        |
etc. etc.

🧠 Reflectie

📤 Inleveren