Skip to main content

Opgaven

Herhaling en oefening voor test

Opgave 1

Wat doet deze code?

var str = "Hello" + ' ' + "world!";
document.write(str);

Opgave 2

Wat wordt er afgedrukt?

var a = 1;
var b = 11;
a++;
document.write(b%a);

Opgave 3

Wat wordt er afgedrukt?

var a = 10;
var b = 11;
var c = a++;
document.write( b - a );

Opgave 4

Wat wordt er afgedrukt?

var a = 6;
var b = a - 1;
document.write(a*b-2);

Opgave 5

Wat wordt er afgedrukt?

var a = 6;
var b = 2;
a+ = 2;
b+ = 2;
a = a + a; 
document.write( a + b );

Opgave 6

Wat wordt er afgedrukt?

var a = "1";
var b = "2";
document.write( a + b + a + a );

Opgave 7

Wat wordt er afgedrukt?

var piet=101;
var jan=102;
var chor=103;
jan = chor + pietl
document.write( chor - piet );

Opgave 8

Wat wordt er afgedrukt?

var auto = "Tesla";
var prijs = 60000;
document.write( auto + prijs );

Opgave 9

Maak een script dat vraagt hoeveel bier je hebt verkocht. Vraag de gebruiker dan de prijs van één biertje. Laat het scrpt dan uitrekenen hoeveel geld er in de kassa moet zitten. Dit bereken je dus door het aantal verkochte biertjes maal de prijs te berkenen. Je mag er vanuit gaan dat de ingevoerde getallen geldige getallen zijn.

Tip: maak gebruik van het prompt commando.

Opgave 10

Wat doet de volgende code?

var a = 10;
var b = '5';

document.write(a * b);
document.write(a + b

Let uit wat er gebeurt.

--