Skip to main content

Hoe een economie werkt....

Het Begin

Er waren eens drie mannen — Able, Baker en Charlie — die samen op een eiland woonden. Geen tropisch paradijs hoor, maar een ruige, kale plek zonder luxe. Hun menu? Simpel: vis. Altijd vis. Ontbijt, lunch én diner.

Gelukkig wemelde het rondom het eiland van de wonderlijk identieke vissen, precies groot genoeg om één man een dag te voeden. Maar er was één probleem: er bestond daar nog geen enkele visserijtechniek. Geen hengels, geen boten, geen fancy sonar. Het beste wat ze konden doen, was het water in springen en de glibberige beesten met hun blote handen proberen te grijpen.

Met die onhandige methode lukte het elke man precies één vis per dag te vangen. Net genoeg om morgen weer op te staan en opnieuw te beginnen. Zo draaide hun hele economie: wakker worden, vissen, eten, slapen. Niet bepaald een bruisend bestaan, maar ach — beter dan doodgaan.

In hun supereenvoudige, sushi-gebaseerde samenleving gold één harde regel:

Geen spaargeld!

Geen krediet!

Geen investeringen!

Alles wat gevangen werd, verdween meteen in de pan. Geen voorraad, geen “visbank” voor moeilijke tijden.

Toch waren Able, Baker en Charlie geen domme jongens. Net als ieder ander mens wilden ze hun leven verbeteren. Maar zolang ze per dag maar net één vis konden vangen, zaten ze vast op het minimum om te overleven.

Op een avond, terwijl hij naar de sterrenhemel staarde, zuchtte Able: “Is dit het nou? Er moet toch meer zijn in het leven dan vis vangen met mijn handen?”

Hij droomde van betere, hippe palmbladkleding. Van een hut die de moesson kon trotseren. En — jawel — van een carrière als filmregisseur. Maar hoe kom je ooit toe aan dromen als je de hele dag achter vissen aanzit?

Toen begon er iets te ratelen in zijn hoofd. Wat nou als hij een apparaat zou maken dat de hand van de mens verlengt én de vis minder kans geeft om te ontsnappen? Een geniale ingeving: een net! Daarmee kon hij in minder tijd méér vissen vangen. En met de vrijgekomen tijd kon hij zich eindelijk richten op zijn kledinglijn, een degelijk dak boven zijn hoofd en natuurlijk dat briljante filmscenario.

De orkestmuziek begon in zijn hoofd te zwellen, hij zag het al helemaal voor zich: een leven zonder dagelijkse visdrama’s. Vol goede moed begon hij palmbast tot touw te draaien.

De volgende dag keek Baker hem verbaasd aan. “Wat doe je nou? Op dieet zeker? Straks verhonger je.”

Able straalde: “Nee, ik bouw een apparaat dat me oceanen vol vis gaat opleveren. Als ik klaar ben, zal ik minder hoeven vissen en nooit meer honger lijden.”

Charlie rolde met zijn ogen. “Dit is waanzin, ik zeg je… waanzin! En als het mislukt, kom je niet bij mij bedelen om een stukje vis.”

Maar Able liet zich niet ontmoedigen en vlocht rustig door. Aan het eind van de dag was het zover: zijn net was klaar. Hij had, zonder dat hij het zo noemde, kapitaal gecreëerd — en dat met lege maag.

Die nacht lag hij hongerig in het zand, terwijl Baker en Charlie tevreden knorden met volle buiken. Maar in zijn hoofd dansten de vissen hem al tegemoet. Hij wist: morgen komt mijn moment.

En inderdaad: de volgende ochtend werd hij eerst nog uitgelachen.

“Leuk hoedje!” grinnikte Baker.

“Maar een beetje warm voor tennis,” voegde Charlie toe.

Able haalde zijn schouders op. “Lach maar, jongens. We zullen zien wie er lacht als ik tot aan mijn oksels in de visdarmen sta.”

Onhandig waggelde hij de branding in met zijn vreemde uitvinding. Maar na wat stuntelen kreeg hij de slag te pakken en — hap! — de eerste vis zat erin.

Baker en Charlie stopten met lachen. Een uur later trok Able zijn tweede vis van de dag op het strand. Hun monden vielen open: normaal kostte het hen een hele dag om er maar één te vangen!

En zo veranderde de economie van het eiland in één klap. Able had zijn productiviteit verdubbeld. Niet alleen goed voor hem, maar uiteindelijk ook voor iedereen.

Terwijl hij naar zijn vangst keek, dacht hij triomfantelijk: “Met één dag vissen kan ik nu twee dagen eten. Dat betekent dat ik elke andere dag iets anders kan doen. De mogelijkheden zijn eindeloos!”

Uitleg

Doordat Able zijn productiviteit had verdubbeld, kon hij nu méér produceren dan hij zelf nodig had om op te eten. En precies dáár begint de magie van economie: uit hogere productiviteit vloeien alle andere voordelen voort.

Voor hij zijn gok waagde en dagenlang met een knorrende maag een net zat te vlechten, bestond er op het eiland geen enkele vorm van spaargeld. Alles wat werd gevangen, werd dezelfde dag nog opgesmikkeld. Maar doordat Able bereid was dat risico te nemen en zichzelf één dagje honger te gunnen, had hij het allereerste stuk kapitaal van het eiland gebouwd: een net!

En dat net leverde meteen meer vis op dan hij kon verstouwen. Overschot! Reserve! Voorraad! (En om dit sprookje werkbaar te houden, doen we even alsof vis nooit bederft.)

Dat beetje extra productie, die spaarpot in de vorm van vis, is het levenssap van elke gezonde economie. Vanaf dat moment veranderde alles: het eiland had niet langer alleen maar een dagelijks overlevingsritme, maar een echte basis om te groeien.