Skip to main content

Webserver

Webserver

In deze les leer je het verschil tussen een front-end taal en een back-end taal.

Elke website die jij bezoekt op het World Wide Web staat ergens op een webserver. Zo'n webserver heeft een map (folder) met daarin webpagina's die bestaan uit HTML pagina's, CSS bestanden, Javascript, PHP bestanden en derglijke.

Bestandssorrten
Functie
HTML
Basis opmaak van een webpagina
CSS
Detail opmaak van een webpagina
JavaScript
Interactie programmeren in de browser
PHP
Interactie programmeren op de server

Tot nu toe ben je gewend om de HTML-bestanden gewoon vanaf je eigen computer te starten door er dubbel op te klikken. De browser leest de bestanden en laat deze een mooie (of lelijke) pagina zien.

Je bent als gebruiker van webapplicaties gewend om bijvoorbeeld in te loggen, een bericht achter te laten of een email te sturen. Deze applicaties zijn dynamisch. Dynamische applicaties hebben een input (invoer) en zetten deze om in een output (uitvoer).

Bijvoorbeeld:

input: gebruikersnaam en wachtwoord
output: een boodschap dat het aanloggen is gelukt of een boodschap dat het aanloggen niet is gelukt.

Om een dynamische webapplicatie te maken heb je meestal een webserver nodig die de pagina's serveert. De webserver krijgt van de browser, de cliënt een verzoek en de webserver behandeld het verzoek en stuurt een antwoord terug. Net als een ober die een drankje serveert.

Stel je wilt een overzicht van alle studenten in een klas. Je vraagt via de browser dan om het overzicht, bijvoorbeeld door op een menu te klikken. Het verzoek gaat dan via internet naar een webserver en die stuurt het antwoord via internet weer terug naar jouw browser.

index.jpg

Omdat je nog geen toegang hebt tot een echte webserver gaan we er eentje simuleren. Simuleren is het 'net doen alsof'. We simuleren de webserver met een gratis applicatie (wij doen dat met XAMPP) die je kunt installeren op je eigen laptop. Dat heet dan een lokale server. Dat wordt ook wel localhost genoemd. Je laptop is dus door het gebruik van XAMPP een web server geworden.

Om een dynamische applicatie te maken gaan we in deze module gebruik maken van PHP.

De server heet ook wel back-end (achterkant). PHP is een back-end-taal. Dat betekent dat de taal dus op de back-end, de server draait.

Een bezoeker van de site (de eindgebruiker) kan de code die op de server staat niet zien of wijzigen.

Bestandssorrten
Functie
Waar
HTML
Basis opmaak van een webpagina Front-end / browser
CSS
Detail opmaak van een webpagina
Front-end / browser
Javascript
Interactie programmeren in de browser
Front-end / browser
PHP
Interactie programmeren op de server
Back-end / server

Database

Met PHP kun je ook een database benaderen waarin je gegevens kan opslaan voor een langere periode, bijvoorbeeld de gegevens van een gebruiker zoals voornaam, achternaam, email en wachtwoord.

Als je met PHP aan de slag gaat dan kun je pagina's dynamisch maken. Dit betekent dat de output afhankelijk is van de input van de gebruiker.

XAMPP

Tijdens deze module maak je gebruik van een locale server. We gebruiken hiervoor XAMPP.

Je kunt XAMPP downloaden en installeren als je dat nog niet hebt gedaan.

Weet je (nog) niet hoe je XAMPP moet installeren op jouw Windows machine of heb je een "port conflict", kijk dan hier.