Skip to main content

Uitwerkingen opgaven ter toetsvoorbereiding (week 4)

Lists (=array)

Gegeven is list a = [1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10]. Gebruik deze list om de volgende vragen te beantwoorden.

1. Geef de waarde van de 5e index van a.
a[5]

2. Geef de waardes van de 0e - tot en met de 3e index van a.

a[:3]

3. Geef de waardes van de 3e - tot en met de 5e index van a.

a[3:6]

4. Geef de waarde van de laatste index van a.

a[-1]

5. Geef de waarde van de eerste index van a.

a[0]

Dictionary

Gegeven is de volgende dictionary d={1: 'hello', 2: 'there', 3: 'you'}. Gebruik deze dictionary om de volgende vragen te beantwoorden.

1. Schrijf een for-loop die alle keys van dictionary d loopt en print.

>>> d = {1: 'hello', 2: 'there', 3: 'you'}
>>> for key in d.keys():
...     print('key is ', key)
...
key is  1
key is  2
key is  3

2. Schrijf een for-loop die alle values van dictionary d loopt en print.

>>> d = {1: 'hello', 2: 'there', 3: 'you'}
>>> for value in d.values():
...     print('value is ', value)
...
value is  hello
value is  there
value is  you

3. Schrijf een for-loop die de key-value pairs van dictionary d loopt en print.

Er zijn twee manieren om deze vraag te beantwoorden. De eerste methode is het opvragen van de keys en middels de keys de value te achterhalen:

 

Dictionaries:

D = {1: “hello”, 2: “hello”, 3: “you”}

 

  1. Schrijf een for-loop die alle keys van dictionary D loopt
  2. Schrijf een for-loop die alle values van dictionary D loopt
  3. Schrijf een for-loop die de key, value-pairs van dictionary D loopt

Loop:

  1. Schrijf een for loop die 10 keer loopt. Deze loop moet bij iedere iteratie het getal printen.
  2. Schrijf een for loop die array a loopt. Deze loop moet iedere index van de array printen.

 

Datatypes:

  1. Maak een variabele x aan. Sla hier een waarde 5 in op. Bepaal met behulp van een ingebouwde Python functie de datatype van variabele x
  2. Maak een variabele y aan. Sla hier een waarde .5 in op. Bepaal met behulp van een ingebouwde Python functie de datatype van variabele y.
  3. Maak een variabele z aan. Sla hier een waarde “Hi there” in op. Bepaal met behulp van een ingebouwde Python functie de datatype van variabele z.

 

Loop:

  1. We hebben een array a=[5,6,7,8,9,9,10,12,24,5]. Loop deze array en print alleen de even getallen. Als een getal oneven is ga je door met je loop.