Skip to main content

Variabelen

Een variabele in een programmeertaal wordt gebruikt om een waarde op te slaan die later kan worden gebruikt of gewijzigd. Het is een soort container (of doosje) waarin je gegevens kan opslaan, zoals een getal, een tekst, of een object.

image-1681476608665.png

Stel je wilt de computer laten onthouden dat de jouw naam Bob is en dat jij 35 jaar oud bent. Dan kun je twee variabelen maken, name en age, in de variabele name stop je dan de waarde Bob en in de variabele age stop je dan de waarde 35.

De naam (name en age) kan je in je code zelf kiezen.

In LUA

name="Max Bisschop"
age=35