Inleiding
Op het examen, kerntaak 2 moet je een web applicatie bouwen.
Je moet zelf weten hoe je dat doet. De meeste studenten kiezen voor PHP. Waarom? Het is relatief eenvoudig en de meeste web applicaties zijn ontwikkeld met PHP (bron).
Veel websites lijken op elkaar en doen vaak dezelfde dingen. Ze maken een verbinding naar de database, laten gegevens zien, je kunt aanloggen, je kunt soms gegevens veranderen en ga zo maar door.
Om niet telkens al deze 'standaard' zaken van 'scratch' af aan te moeten bouwen zijn er zogenaamde frameworks ontwikkeld. Elk framework is eigenlijk veen verzamelingen bouwblokken die je telkens op nieuw kunt gebruiken voor jouw website. Alle frameworks zijn net een beetje anders, maar er zijn ook veel overeenkomsten.
Wat zijn belangrijke zaken als je voor een framework kiest:
- Wordt het framework actief onderhouden; bestaat het al wat langer? Je wilt niet in iets gaan investeren dat volgend jaar misschien niet meer bestaat.
- Hoe moeilijk is het om een framework te leren; wat is de complexiteit?
- Hoe snel kun je iets ontwikkelen met het framework?
- Hoe flexibel is een framework; kun je er echt alles mee maken?
Bij punt 3 en 4 is het vaak het een of het ander. Of je kunt heel snel iets bouwen en je bent niet zo flexibel, of je kunt er eigenlijk alles mee ontwikkelen maar het kost veel tijd om dat te doen.
Bijvoorbeeld: PHP is super flexibel je kunt er echt alle mee ontwikkelen, het Laravel framework is ook redelijk flexibel, het Yii framework is iets minder flexibel en als je naar bijvoorbeeld WordPress kijkt (wat je ook als een soort framework zou kunnen zien), dan is dat het minst flexibel.