Skip to main content
Week 5: Opgaven Python functions and lists
- Schrijf een functie die een list accepteert als argument. Deze functie moet checken of de list leeg is.
- Schrijf een functie die een list accepteert als argument. Deze functie moet de items in een list bij elkaar optellen.
- Schrijf een functie die een list accepteert als argument. Deze functie moet het product van de items printen.
- Maak een variabele listie aan en sla hier een empty list in op. Maak vervolgens een functie. Deze functie moet een for-loop bevatten en deze for-loop moet gemaakt worden met een range(100). Tijdens iedere iteratie moet het getal aan listie toegevoegd worden.
- Gebruik listie uit opgave 4 voor deze opdracht. Schrijf een functie die een list accepteert als argument. Bovenin de functie moet je ervoor zorgen dat de items in de list ge-shuffeld worden. Zorg dat je een nieuwe variabele maakt die de geshuffelde list bevat.
Schrijf vervolgens een for-loop die de items in de list looped. Alle getallen die groter zijn dan 50 moeten uit de list verwijderd worden.
Na de for-loop moet je je list printen (zonder getallen boven de 50).