Skip to main content

New Page

Een testrapport bestaat uit

  1. Inleiding: Geef een overzicht van de software die wordt getest, de versie van de software, het doel van het testen en andere relevante informatie, zoals de datum van de test.

  2. Lijst van use cases: Maak een lijst van de use cases die je hebt getest. Een use case beschrijft een specifiek scenario waarin een gebruiker interactie heeft met het softwareproduct.

  3. Testplan: Geef een overzicht van je testplan. Dit zou de specifieke stappen moeten omvatten die je hebt genomen om elke use case te testen.

  4. Testresultaten: Voor elke use case, documenteer de resultaten van de test. Beschrijf wat er gebeurde toen je de use case uitvoerde. Werd het verwachte resultaat bereikt? Zo nee, wat was dan het daadwerkelijke resultaat?

  5. Fouten en problemen: Documenteer alle fouten of problemen die je tegenkwam tijdens het testen. Dit kan van alles zijn, van bugs in de software tot problemen met de gebruikservaring.

  6. Bevindingen en conclusies: Op basis van de resultaten van de tests, wat zijn je algemene bevindingen? Werkt de software zoals verwacht in alle geteste use cases? Zo niet, welke problemen heb je geïdentificeerd?

  7. Aanbevelingen: Geef aanbevelingen op basis van je testresultaten. Dit kunnen suggesties zijn voor het verbeteren van de software, voor aanvullende tests die moeten worden uitgevoerd, of voor het oplossen van geïdentificeerde problemen.

  8. Bijlagen: Voeg eventuele relevante bijlagen toe, zoals screenshots, logbestanden of gedetailleerde resultaten van individuele tests.

We gaan een aantal stappen oefenen.