Variabelen 2
We kunnen ook rekenen met variabelen. Kijk naar de volgende code:
getal=1
print(getal)
getal=getal+2
print(getal)
Tip: als je in een programmeertaal een = ziet dan kun je dit beter lezen als 'wordt' en dus niet als 'is'.
Regel 1: Deze code maakteen variabele genaamd getal en geeft deze de waarde 1.
In het kort staat er dus: de variabele getal wordt 1
Regel 2: druk de variabel getal af.
Regel 3: Getal wordt getal plus getal. Getal was 1 dus getal wordt 1+2. Getal wordt dus 3.
Regel 4: druk de variabel getal af.
Regel 2 en 4 zijn hetzelfde, maar er wordt toch wat anders afgedruk. Dat komt dus omdat de waarde van de variabele op regel 3 wordt veranderd.
getal=10
getal=getal-5
print(getal)
getal=getal*2
print(getal)
getal=getal....
print(getal)